EU lanceert proefproject over KMO belasting
De Europese Commissie start een proefproject voor KMO's (kleine en middelgrote ondernemingen) die in meerdere EU landen actief zijn. Deze KMO's moeten hun belastbaar bedrag kunnen berekenen volgens de regels van hun thuisland. Uit een onderzoek van de Europese Commissie bleek dat KMO's met vestigingen in meerdere EU landen veel hogere kosten hebben om aan hun fiscale verplichtingen te voldoen dan grote multinationals.
Voor het eerst kunnen KMO's het vertrouwde belastingregime van hun thuisland blijven hanteren. Verder kan het bedrijf de verliezen van een vestiging in een EU land aftrekken van de winst in een andere vestiging. Het proefproject loopt vijf jaar en is volledig vrijwillig. De nationale regeringen beslissen zelf of ze met andere EU lidstaten dergelijke belastingafspraken maken. En ondernemingen beslissen vervolgens of ze van die mogelijkheid gebruikmaken.
De Commissie maakt zich echter weinig illusies. De lidstaten lopen niet echt warm voor het idee. De vraag is dus of het project succesvol zal verlopen. Maar het is wel een eerste aanzet tot een gemeenschappelijke Europese berekeningswijze van de belastbare basis, een idee dat de Commissie al langer genegen is. De Oostenrijkse minister van Financiƫn denkt dat hij dit voorjaar een politiek akkoord met 17 tot 20 van de 25 lidstaten kan bereiken over de harmonisering van de belastinggrondslagen in de vennootschapsbelasting. Maar een harmonisering van de grondslagen van de vennootschapsbelasting heeft alvast meer kans tot slagen dan een gelijkschakeling van de belastingtarieven. De tarieven zijn voor Europa een belangrijk concurrentiewapen voor het aantrekken van investeringen.
Archief van 16 januari 2006.
Guido Van Peeterssen.
Voor het eerst kunnen KMO's het vertrouwde belastingregime van hun thuisland blijven hanteren. Verder kan het bedrijf de verliezen van een vestiging in een EU land aftrekken van de winst in een andere vestiging. Het proefproject loopt vijf jaar en is volledig vrijwillig. De nationale regeringen beslissen zelf of ze met andere EU lidstaten dergelijke belastingafspraken maken. En ondernemingen beslissen vervolgens of ze van die mogelijkheid gebruikmaken.
De Commissie maakt zich echter weinig illusies. De lidstaten lopen niet echt warm voor het idee. De vraag is dus of het project succesvol zal verlopen. Maar het is wel een eerste aanzet tot een gemeenschappelijke Europese berekeningswijze van de belastbare basis, een idee dat de Commissie al langer genegen is. De Oostenrijkse minister van Financiƫn denkt dat hij dit voorjaar een politiek akkoord met 17 tot 20 van de 25 lidstaten kan bereiken over de harmonisering van de belastinggrondslagen in de vennootschapsbelasting. Maar een harmonisering van de grondslagen van de vennootschapsbelasting heeft alvast meer kans tot slagen dan een gelijkschakeling van de belastingtarieven. De tarieven zijn voor Europa een belangrijk concurrentiewapen voor het aantrekken van investeringen.
Archief van 16 januari 2006.
Guido Van Peeterssen.
<< Home