Thursday, November 30, 2006

Zelfstandige worden: ja of neen?

Het Sociaal Verzekeringsfonds Hulp Der Patroons heeft bij 794 zelfstandigen een enquête gehouden om na te gaan of ze op basis van hun ervaring opnieuw zouden beginnen als zelfstandige. Hoe staan ze tegenover het statuut van zelfstandige? Kregen ze professionele begeleiding bij het opstarten van hun activiteit? Er kwamen heel wat vragen aan bod. De zelfstandigen uit deze enquête bestaan voor 65% uit mannen en voor 35% uit vrouwen, tussen 20 en 76 jaar. 22 % van de zelfstandigen heeft één tot vijf personen in dienst, 3% meer dan zes personen, de anderen hebben geen personeel in dienst

Een zelfstandige kan op talrijke manieren hulp vragen bij het opstarten van zijn activiteit. Het meest recente initiatief is de invoering van de Ondernemingsloketten. Deze loketten zien er onder andere op toe dat de voorwaarden om zich als zelfstandig ondernemer te vestigen worden nageleefd, ze zorgen voor de inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen en vervullen andere administratieve formaliteiten.

Ongeveer 33% vraagt hulp: vooral aan een boekhouder, maar ook aan een werkgeversorganisatie of een Ondernemingsloket. Het merendeel geeft de begeleiding die ze kregen «goed» tot «uitstekend» en slechts 10% gaf «onvoldoende». Van resterende zelfstandigen vroeg de meerderheid (60%) geen hulp. 20% deed een beroep op een familielid, op collega's, een beroepsorganisatie of vrienden. 68% van alle ondervraagden vond professionele begeleiding absoluut nodig bij het opstarten van zijn onafhankelijke activiteit.

Welke redenen bestaan er om zelfstandige te worden?
80% wil vooral zijn eigen baas zijn. Voor 65 % is het de voldoening van het zelfstandig zijn en 60% doet het voor de uitdaging en de verantwoordelijkheid. Slechts een beperkt deel stapt in de voetsporen van familieleden. Wat is volgens hen het grootste nadeel? Vooral het verschil met bezoldigde werknemers betreft minimumpensioen en ziekte- en invaliditeitsverzekering, gevolgd door het financiële risico en de administratieve rompslomp, minder vrije tijd en een grote verantwoordelijkheid. Opmerkelijk is dat 97% van mening is dat zelfstandigen op gelijke voet moeten worden gesteld met loontrekkenden wat betreft de vergoeding en rechten op het vlak van minimumpensioen, gezinsuitkeringen voor het eerste kind en ziekte- en invaliditeitsverzekering.

Uit de antwoorden kunnen we bepaalde conclusies trekken.
De ondervraagden zijn het erover eens dat een professionele begeleiding bij het opstarten van hun activiteit noodzakelijk is. Bovendien geven ze er de voorkeur aan om eerst beroepservaring op te doen voor ze beginnen als zelfstandige. Ook vinden ze dat de zelfstandige op gelijke voet moet worden gesteld met de loontrekkende (minimumpensioen, uitkeringen, ziekte- en invaliditeitsverzekering). Tot slot blijven de zware administratieve formaliteiten voor hen een constante bron van zorgen. Dit wijst erop dat de hervormingen die de overheid al heeft doorgevoerd om deze te vereenvoudigen, nog verder moeten worden uitgediept.

En, houdt men rekening met hun verzuchtingen?
Ondernemers worden ruimschoots behandeld door de politieke partijen en organisaties voor zelfstandigen. De overheid is nu al drie jaar na elkaar bezig het minimumpensioen van zelfstandigen en loontrekkenden stilaan op hetzelfde niveau te brengen. Als de volgende regering dit ritme aanhoudt, zullen de minimumpensioenen over enkele jaren volledig op elkaar zijn afgestemd.
Op het vlak van de gezondheidszorgen heeft de regering besloten de kleine risico's op te nemen in de verplichte verzekering van zelfstandige arbeiders. Als dit wetsontwerp wordt goedgekeurd, voorziet ze vanaf juli 2006 in een toepassing van deze regel voor de starters en de behoeftige gepensioneerden; voor de andere zelfstandigen wordt ze pas op 1 januari 2008 van kracht. Voor de gezinsuitkeringen worden de verhoging van het kindergeld voor het eerste kind en leeftijdssupplementen voor het jongste kind nog volop besproken, maar er is nog niets beslist. Link: www.hdp.be
Archief van 24 januari 2006.
Guido Van Peeterssen.